• gepubliceerd
  • leestijd
    ± 5 minuten

Gemeente Amsterdam kan door de data het bos weer zien

Groenonderhoud: iedere gemeente heeft ermee te maken. Hoeveel groen is er eigenlijk? En om wat voor groen gaat het? Dit zijn geen makkelijke vragen, in ieder geval voor de gemeente Amsterdam. Data over ruim 76.000 stukken groen in en rond de stad moest in minder dan 1 jaar gecheckt en gecorrigeerd worden. Het werd een monsterlijke dataklus. Maar wél eentje waar we met trots op terugkijken.

Er lag een flinke uitdaging in 2022, weet informatiemanager Robin Kroonenberg van de gemeente Amsterdam nog. “In de loop der jaren is er niet altijd goed bijgehouden hoe het groen in Amsterdam is veranderd. Dus of plekken opnieuw zijn ingericht, verdwenen of erbij gekomen. Bij ‘groen’ kun je denken aan grasveldjes, struiken, perken, heesters en groenstroken langs de weg. Bomen vallen hier niet onder, dat is een aparte categorie.”

Grasmaaier of snoeischaar?

Robin Kroonenberg
Robin Kroonenberg
Dat data over het groen niet altijd goed bijgehouden is, werd vooral duidelijk door centralisatie binnen de gemeente. “Daardoor ontdekten we dat er duizenden veranderingen per jaar zijn, maar deze zijn onvoldoende bijgehouden. Dat is een groot probleem. Voor inwoners, die allerlei vragen hebben over het groen in hun buurt. En voor het gemeentebestuur, om goede keuzes te maken.”

Natuurlijk kost dit ook gewoon veel geld. Robin: “De gemeente huurt aannemers in voor groenonderhoud. Zij moeten natuurlijk wel vooraf weten hoe groot het groen is, en of ze met een grasmaaier of met een snoeischaar aan de slag gaan. En dat dan voor duizenden groenobjecten in de stad. Met een beter beeld van het groen in en rond de stad kunnen we dus betere afspraken maken met de aannemers. Zo besparen we dus veel geld.”

Data matchen en corrigeren

Henriëtte Keijzer
Henriëtte Keijzer
Er zijn meerdere systemen waarin het groen in Amsterdam wordt bijgehouden. De meest bekende is de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Deze kaart is tot op 20 centimeter nauwkeurig, héél gedetailleerd dus. Daarnaast werkt Amsterdam met een eigen systeem: Gisib. Gegevens hierin lopen lang niet altijd gelijk met die uit de BGT. Data uit deze systemen moeten dus gematcht en gecorrigeerd worden, zodat iedereen voortaan met dezelfde gegevens werkt.

Ruim 76.000 stukken groen in en rond de stad moesten worden gecontroleerd op afmeting en wat voor soort groen het is. Het advies- en ingenieursbureau TAUW was hierbij betrokken. “Maar we ontdekten al snel dat we niet de tijd, mensen en competenties in huis hadden om deze klus uit te voeren”, vertelt Henriëtte Keijzer, teammanager Data Solutions bij TAUW.

Glasheldere beslisboom

“Letterlijk langs al het groen gaan kan natuurlijk niet, dat is veel te duur. We hebben daarom gekeken hoe we meerdere bronnen bij elkaar konden brengen, zodat we zoveel mogelijk digitaal al het groen kunnen checken”, blikt Henriëtte terug. Maar omdat het om enorme hoeveelheden data gaat, was er een glasheldere beslisboom nodig:

  1. Checken welke gegevens in Gisib en de BGT overeenkomen, via een slim script. Groen dat overeenkomt, hoeft niet verder gecheckt te worden.
  2. Bij gegevens die niet overeenkomen, ook andere bronnen erbij pakken. Zoals luchtfoto's en streetview-beelden.
  3. Waren er dan nog vragen over het groenobject? Dan kwam het op de lijst van stukken groen om bij de plek zelf te checken op afmeting en type groen.

“Stap 1 deden we zelf. Ongeveer de helft van de gegevens bleek al te kloppen. Dat betekent dat er zo’n 40.000 stukken groen nog grondig gecheckt moesten worden. Niet alleen op afmeting, ook op wat voor soort groen het is. Zelfs op het niveau dat we moeten bepalen of het een bloeiende of een groene struik is. En dat met data uit verschillende bronnen.” Een enorme klus dus, waar veel capaciteit én zorgvuldigheid voor nodig was. Henriëtte: “Zo kwamen we bij de mensen van Swink uit. Zij hebben namelijk veel ervaring met datamanagement, en ze kunnen heel lang gefocust en nauwkeurig werken. Dat hadden we nodig.”

De kracht van autisme

Denny
Denny
Bij Swink benutten we inderdaad volop de kracht van autisme, zoals gefocust en nauwkeurig kunnen werken. Er was alleen 1 uitdaging: capaciteit. Er zijn in korte tijd maar liefst 22 collega’s van Swink bij dit project betrokken, waarvan 17 nieuwe mensen. Een prachtige kans voor mensen met autisme, vaak met een afstand tot de arbeidsmarkt, om werk te doen wat ze leuk vinden én waar ze goed in zijn. Voor ons hét voorbeeld van hoe social return effectief kan werken.

Onze eigen Swinker Denny is 1 van deze nieuwe collega’s. En hoewel het voor Swink best spannend was om voor het eerst een klus van dit formaat te doen, was er van begin af aan al vertrouwen. Denny: “Er werd veel aandacht besteed aan training. Dat hielp enorm. Zo kwamen we als bureau snel op stoom en konden we grote hoeveelheden data checken en interpreteren. Vooral dat laatste is belangrijk, dat kun je niet aan systemen overlaten. Daar heb je echt mensen voor nodig.”

In 2 jaar terugverdiend

Het was een project waar druk op zat. Er moest namelijk veel data gecheckt worden in vrij korte tijd. Is dat niet juist extra lastig voor mensen met autisme? “Dat hoeft zeker niet zo te zijn”, weet Denny. “De opdracht was heel duidelijk en tijdens het project was er ook begeleiding waar nodig. Wat dit project mij en heel Swink geleerd heeft? Dat we ook een grote opdracht aankunnen. En dat onder tijdsdruk samenwerken met meerdere partijen geen probleem is. We zijn flexibeler en stressbestendiger dan we dachten. Daardoor groeit ons zelfvertrouwen.”
Ook de gemeente Amsterdam en TAUW kijken met plezier terug op de samenwerking. Robin: “Bij de start van het project hadden we een feestelijke kick-off, met de mensen van Swink erbij. Toen al hadden we het gevoel dat we met een groep waren van mensen die er zin in hebben; van mensen die echt snappen wat er nodig is voor deze klus. Dat gevoel is nooit meer weggegaan.” En dat gevoel is gegrond, want volgens de informatiemanager uit Amsterdam is de investering van dit project in maximaal 2 jaar helemaal terugverdiend.

Een enorme winst

En wat de kwaliteit van het werk betreft? Henriëtte: “TAUW deed de kwaliteitscheck op het werk van Swink. We zijn onder de indruk van hoe snel én nauwkeurig de mensen bij Swink alle data hebben gecheckt. Er zijn nu nog ‘maar’ 400 stukken groen in Amsterdam waarvoor er echt op de plek zelf een check gedaan moet worden. Dat klinkt misschien als een hoop, maar bedenk dat er tienduizenden groenobjecten in Amsterdam zijn. Dit is dus een enorme winst.”

Voor het vervolg is de hulp van Swink niet meer nodig. “Het is nu een kwestie van bijhouden”, vertelt Robin. “We zijn nu vooral bezig met het inrichten van nieuwe processen en afspraken. Zodat gegevens over het groen in Amsterdam goed wordt bijgehouden. Meer controle vooraf dus, zodat we geen achterstallig onderhoud meer hebben. Hoe leuk het ook was om deze klus met TAUW en Swink te doen, haha.”

Andere artikelen: